2 keer per jaar organiseren de jongens en ik een wijnavond. Iedereen van de vriendengroep neemt dan een fles wijn mee en vertelt over deze fles wijn een verhaal. Mousserend, wit, oranje, rood, versterkt, alle soorten (en maten) worden meegenomen. Iedereen wilt natuurlijk de gaafste wijn met het beste verhaal meebrengen.
De meest gestelde vraag aan mij is dan eigenlijk altijd: ‘Wanneer moet ik nou een decanteerkaraf gebruiken. Hierdoor dacht ik laat ik wat verheldering geven over ‘de decanteerkaraf’
Als eerste is het belangrijk om te weten dat er verschillende doelen zijn bij het overschenken van een wijn. Je hebt namelijk decanteren en karafferen.
Het doel van decanteren is het voorkomen dat het sediment dat zich in de fles heeft ontwikkeld, in je glas terecht komt. Dit komt vooral voor bij oudere wijnen.
Het doel van karafferen is het in contact brengen van een wijn met zuurstof. Hierdoor kan de wijn aangenamer worden. Deze techniek pas je toe bij jongere wijnen die nog niet helemaal op dronk zijn.
Iedereen heeft wel eens op een verjaardag, jubileum of in het kerstpakket een fles wijn gekregen waarover gezegd werd: ‘’Deze moet je even een paar jaar wegleggen’’. Na een aantal jaar pak je de wijn en er zit zoveel stof op, dat je het etiket niet eens goed meer kan lezen. Voorzichtig open je de kurk en tijdens het openmaken, valt het je op dat op de bodem een soort hoopje roodpaars zand ligt. Geen paniek, het is namelijk niet een slecht teken. Maar je wilt natuurlijk niet dit hoopje zand in je glas tegenkomen. Tijd voor de decanteerkaraf!
Om het sediment te scheiden van de wijn, schenk je de wijn voorzichtig over in een decanteerkaraf. Deze hogere, smallere karaffen zorgen ervoor dat er ook niet teveel zuurstof bij de wijn komt. Je schenkt de wijn over tegen het licht zodat je het bezinksel in de gaten kan houden. Dit gebeurd ook nog we eens door de half boven een kaars te houden. Zodra het sediment in de buurt komt van de hals, ben je klaar.
Bij karafferen gaat het juist om de jongere wijnen in contact te brengen met zuurstof. Dit is vooral geschikt voor wijnen die nog niet helemaal klaar zijn om gedronken te worden. De karaffeerkaraf is breed zodat de wijn lekker kan bewegen en overal zuurstof bij kan komen. Door dit toe te passen kunnen wijnen, zowel rood als wit, ‘openen’. De wijn wordt intenser en het volledige arsenaal aan aroma’s van de wijn komen vrij. Dit kan voor oudere wijnen juist kwetsbaar zijn.
Toch zullen de meest wijnen die op de markt komen, meteen op dronk zijn en is het niet altijd nodig. Maar het staat natuurlijk wel heel gaaf en chique tegenover je gasten of je vrienden om een mooie opgepoetste karaf erbij te pakken.
De volgende keer duiken we wat dieper in de stof en bekijken we welke wijnen je nou het beste kan overschenken en hoelang. Wordt vervolgt….